‘Opeens komt alles wel heel dichtbij’

Het zijn hectische, soms heftige tijden voor Lucy den Brok van de Zorgcentrale van ZZG zorggroep, nu ze veelvuldig wordt geconfronteerd met de impact van ‘corona’ op het leven van ZZG-medewerkers, cliënten en hun familie. Gelukkig kan ze altijd terugvallen op haar collega’s.  

‘Ik zit in de achtertuin, even bijtanken in het zonnetje’, klinkt Lucy opgewekt aan de andere kant van de lijn. ‘Vandaag heb ik avonddienst. Om vijf uur mag ik weer.’

Dat bijtanken is voor Lucy, 32 uur per week actief voor de Zorgcentrale, momenteel geen overbodige luxe. ‘Ik ben gewend om hard te werken, maar door de coronasituatie moet ik geregeld twee extra tandjes bijschakelen. Bovendien is de CWZ-huisartsenpost, waar wij als Zorgcentrale inwonen, omgebouwd tot regionale coronapost. Het lijkt wel een bunker. Ook dat is wennen.’ 

Corona-spoedlijn

Normaal gesproken zijn Lucy en haar collega’s verantwoordelijk voor het regelen van zorgvragen en indiceren van hulpmiddelenaanvragen, het beeldbellen met cliënten, de personenalarmering in Nijmegen en het inplannen van (mantelzorg)cursussen en –trainingen. Sinds medio maart jl. voert ze merkbaar andere gesprekken, vaak via de speciaal ingestelde corona-spoedlijn. ‘Veel medewerkers willen weten of het veilig is om te werken en hoe ze zich moeten beschermen. Ook bellen er meer familieleden van cliënten, soms met heel specifieke vragen. Zo kreeg ik een man aan de lijn die door de coronamaatregelen zijn wekelijkse borreltje met zijn niet-pratende broer moest afzeggen. Toen ik hem tipte om dan te beeldbellen en op afstand te proosten, was-ie helemaal blij. De spoedlijn wordt trouwens zoveel gebruikt dat we op zaterdagochtend een extra dienst zijn gaan draaien.’ 

Genoeg lichtpuntjes
Ook ‘anders dan anders’ voor Lucy is de onmacht die ze bij collega’s in de wijk en zichzelf ervaart, onder meer rondom crisisplaatsingen. ‘Een plaatsing is meestal snel geregeld. Nu moet eerst 100% duidelijk zijn of iemand coronavrij is, voordat we in actie mogen komen. Tot grote frustratie van de betrokken wijkverpleegkundige. Hoe graag ik anders wil, ik moet me aan die instructies houden.’

Gelukkig zijn er genoeg lichtpuntjes, vertelt Lucy. ‘Er bellen regelmatig mensen die bloemen willen afgeven bij een zorglocatie in de buurt. Verder komen er allerlei kleine cadeautjes vanuit de organisatie voorbij in de vorm van chocola, bloemen of leuke filmpjes. We worden niet vergeten.’

Piepen en kraken 

En dat voelt goed, merkt Lucy die ook veel steun haalt uit het teamcontact. ‘Pas had ik een mevrouw drie keer aan de lijn, vanwege coronaklachten. Een paar dagen later was ze overleden, dat deed echt iets met me. Omdat het zo snel kan gaan, komt alles opeens heel dichtbij. Door gesprekken met mijn collega’s kan ik het gelukkig een plekje geven. Meer dan ooit staan we voor elkaar klaar, hebben we oog voor de ander. Het piept en kraakt soms, maar samen slaan we ons er doorheen.’