Dit zit me niet lekker

Dit zit me niet lekker

Door Hester Gerritsen-van den Berg, aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling bij ZZG Zorggroep.

Als je in de gezondheidszorg werkt, herken je vast wel dat je soms een ‘unheimisch gefüll’, een niet pluis-gevoel, hebt bij een situatie. Zo kwam ik eerst in de wijk en later als physician assistant meerdere situaties tegen.

In de wijk

In de wijk kwam ik vaker in zo’n situatie, dat ik een heel vaag gevoel had, dat er iets niet klopte. Zoals bij die mevrouw die door haar partner streng wordt toegesproken dat ze in de stoel moet blijven zitten tot hij terug is van het boodschappen doen. Hij is bang dat ze zal vallen als ze wel gaat lopen. Pas weken later toen ik de training tot aandachtsfunctionaris volgde, kon ik dat “niet pluis-gevoel” beter plaatsen. Mevrouw werd beperkt in haar vrijheid en niet waardig bejegend.

In het verzorgingshuis 

De verzorgende ziet op de afdelingstelefoon, die verbonden is met de GPS, dat een bewoner in de binnenstad loopt. Het is bijna etenstijd en de GPS beweegt zich niet richting het woonzorgcentrum. De verzorgende belt volgens afspraak de zoon van de bewoner. Hij wordt gestoord tijdens zijn werkzaamheden en reageert geprikkeld. Hij laat zijn werk vallen om zijn moeder op te gaan halen uit de stad. Even later wordt de bewoner onder enige dwang naar binnen gebracht. Ze is het er zichtbaar niet mee eens en reageert boos op haar zoon. De onmacht is te lezen in zijn ogen en hij duwt haar net iets te hardhandig naar binnen, waardoor ze valt.

Angst

Een andere mevrouw heeft geen lakens meer in de kast. De mantelzorger Diana zou vorige week de schone was terugbrengen. Ergens achterin de kast ligt nog een dekbedovertrek, nieuw in de verpakking. Mevrouw heeft hem met haar nichtje gekocht. “Dat mag je niet tegen Diana zeggen hoor, want dan wordt ze boos”, zegt mevrouw met angst in de ogen. Mevrouw maakt zich bijna continu zorgen of de was wel gedaan wordt, durft geen schone kleren aan te doen. Bang dat Diana boos wordt, omdat ze te veel was heeft. Mevrouw vertelt dat Diana jarenlang goed voor haar gezorgd heeft, maar dat ze soms ineens heel boos kan worden.

Verdrietig

Of die meneer die apart woont van zijn vrouw in een woonzorgcentrum. Hij bezoekt dagelijks zijn vrouw met dementie, zij woont nog in hun gezamenlijke huis. Hij is haar mantelzorger. Mevrouw heeft haar emoties niet in de hand als meneer zegt dat hij weer weg gaat naar zijn appartement in het woonzorgcentrum. Ze heeft meneer al een paar keer geslagen. Er wordt met meneer afgesproken dat hij zijn vrouw bezoekt als er ook wijkverpleging in huis is, zodat zij hem kan beschermen en/of voorkomen dat het uit de hand loopt. Maar meneer vindt het zo verdrietig dat ze dan zo lang alleen is, dat hij haar ook op andere momenten bezoekt. Een week later komt hij met verwondingen in zijn gezicht terug in het woonzorgcentrum.

Herstelcentrum

Of die mevrouw in het herstelcentrum, die met angst in haar ogen aangeeft dat ze niet naar huis wil. Haar man is nogal opvliegend.

Als je dat nietpluis-gevoel herkent, is het belangrijk om dit met een collega te bespreken. Ook als je twijfelt. Het is goed om je zorgen of vragen te delen met iemand anders. Je kunt ook overleggen met de aandachtsfunctionaris of met Veilig Thuis.