Mevrouw Schamp

"Al mijn hele leven hoor ik van anderen dat ze me bewonderen"

Annie Schamp heeft een aangeboren lichamelijke beperking en zit door medisch falen sinds zeven jaar in een rolstoel. Toch is het glas voor de goedlachse creatieveling bijna altijd halfvol. We vroegen Annie wat meer te vertellen over het geheim achter haar positieve houding.

“Ik ben geboren met een open rug, maar heb nooit een probleem gemaakt van mijn beperking. Ook omdat ik tot mijn 40e eigenlijk alles kon. Ik heb twee gezonde kinderen op de wereld gezet, altijd het huishouden gedaan. Nadat mijn man in 2000 overleed, heb ik lichamelijk de nodige stapjes teruggezet. Ik ging moeilijker lopen, maar redde me met een rollator en mijn auto. Later, tijdens een galblaasoperatie, zijn mijn milt en lever beschadigd. Ik lag een tijdje kritiek, maar heb het gered. Wel zat ik vanaf dat moment in een rolstoel en werd ik nog afhankelijker van zorg.”

Bezig baasje

“Al mijn hele leven hoor ik van anderen dat ze me bewonderen, omdat ik zo actief ben en positief in het leven sta. Voor mij is het normaal. Ik ben altijd een bezig baasje geweest. En nog steeds. Elke week kaart ik met een vast clubje. Ook speel ik al ruim achttien jaar bridge met een vaste partner. Verder ga ik graag naar de bingo. Die sociale activiteiten bezorgen me plezier. Al zit ik thuis ook niet stil. Ik heb mandala’s (kleurplaten) getekend en heel veel diamond painting gedaan; een soort miniatuur mozaïek. Een groot aantal werken heb ik weggegeven, omdat ik het leuk vind om andere mensen blij te maken. Momenteel ben ik helemaal verslaafd aan het kunstbreien.”

Ruim 6000 kilometer

“Mijn huidige rolstoel is vijf jaar oud. Er staat intussen ruim 6.000 kilometer op de teller. Weer of geen weer, ik rijd overal naartoe. Want al ben ik minder mobiel en zit mijn lichaam me meer in de weg, ik ga er minstens zo vaak op uit als eerst. Laatst zei mijn schoonzus: “An, je doet zoveel alleen. Waarom vraag je me niet wat vaker of ik iets voor je kan doen?” Dat is lief, maar ik probeer zo lang mogelijk zelfstandig te blijven. Er komt een periode dat ik waarschijnlijk alle hulp kan gebruiken. Tot die tijd leef ik zoals ik wil. Want al mankeer ik van alles, ik ga uit van wie ik bén.”