Karina ten Have werkt al meer dan 20 jaar als wijkverpleegkundige, waarvan de afgelopen 6 jaar bij ZZG zorggroep. Ze heeft een duofunctie. Karina is naast haar werk als wijkverpleegkundige ook expert in palliatieve zorg. “Wat doet het met iemand wanneer je weet dat je niet meer beter wordt? Dat is heel persoonlijk. Ik mag in die laatste fase van iemands leven stappen waarin er zoveel gebeurt. Het contact wat ik daarbij heb met cliënten is heel waardevol.”
“Ik werk 10 uur als wijkverpleegkundige in het verpleegkundig team. Daarnaast heb ik 14 uur die ik als palliatief expert invul. Dit doe ik onder andere met huisbezoeken, overleggen met bijvoorbeeld huisartsen en werkgroepen om de palliatieve zorg te verbeteren, ondersteunen van collega’s en teams bij complexe palliatieve zorgvragen en geven van scholingen en trainingen. Daarbij ben ik in de regio Wijchen Noord het aanspreekpunt voor de wijkteams. Dat ik een duo functie vervul heeft voor mij meerwaarde. Tijdens huisbezoeken voer ik veel gesprekken bij cliënten die nog niet in zorg zijn. Als hun situatie verslechtert en er op dat moment wél zorg nodig is, dan sta ik zelf ook aan dat bed. Ik ben dus vanaf het begin betrokken. Niet alleen vanuit een adviserende, maar juist ook vanuit een uitvoerende rol. Dat is een enorme meerwaarde. Voor de cliënt en ook in de samenwerking met huisartsen.
Het contact tussen huisartsen en wijkverpleegkundigen bij mij in de regio is heel laagdrempelig. We kunnen elkaar gemakkelijk bereiken. Huisartsen melden palliatieve cliënten direct bij mij aan. Zo kan ik, samen met de huisarts, het startgesprek met de cliënt voeren. Door dit tijdig te doen, kunnen we ongeplande crisissen in de laatste fase voorkomen. Dat is ook het doel van palliatieve zorg. Vroegtijdig wensen van de cliënt bespreken zodat je daarop kunt anticiperen en waar nodig zorg kunt inzetten. Aan zorgverleners stel ik vaak de “surprise question”: “Zou het je verbazen als deze cliënt tussen nu en een jaar zal komen te overlijden?” Als het antwoord nee is, dan is dat een indicatie om palliatieve zorg in te zetten.”
Eigen regie
“Cliënten denken vaak dat ik kom om over ziekte en dood te praten. Deels is dat ook zo. Dan leg ik uit dat het juist goed is om al vroeg met elkaar in gesprek te gaan. Over hoe je het leven op een zo goed mogelijke manier kan leiden, binnen de mogelijkheden die iemand nog heeft. Als de cliënt weet wat er zou kunnen gebeuren geeft dat vaak meer rust. Het zorgt ook voor meer eigen regie. Een startgesprek is dan ook vooral gericht op het anders kijken naar de zorginzet. Stel, iemand krijgt een longontsteking. Wil hij of zij dan nog naar het ziekenhuis voor een behandeling? Of liever behandeling thuis? Of geen behandeling? Hoe kan iemand zo lang mogelijk zelfstandig blijven? Als je op tijd dit soort vragen bespreekt, kun je heel veel voorkomen. Het is ook gebleken dat mensen dan vaak langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Daarom is het belangrijk te weten wat iemands wensen zijn, zodat de cliënt passende zorg kan krijgen. En dat vraagt om goede voorlichting. Pas dan kan de cliënt een weloverwogen keuze maken.
Neemt niet weg dat het voor mensen heel moeilijk kan zijn om over deze onderwerpen te praten. De dood is wat dat betreft nog wel een taboe. Ik ben geschoold om dit soort gesprekken met cliënten aan te gaan. Het vergt inlevingsvermogen; wanneer is iemand er klaar voor om te praten over zijn of haar levenseinde? Soms komt dat moment niet en is er initiatief nodig om wél dat gesprek aan te gaan. Het is altijd de balans zoeken van wanneer je wat bespreekt.”
De weg naar het overlijden toe
“Mensen vragen wel eens aan mij of ik het niet erg vind dat ik in mijn werk te maken heb met cliënten die komen te overlijden. Maar daar kan ik niks aan veranderen. Wat ik wel kan veranderen, is de weg naar het overlijden toe. Wat doet het met iemand wanneer je weet dat je niet meer beter wordt? Dat is voor iedereen weer anders en heel persoonlijk. Ik vind het erg interessant om dat boven tafel te krijgen en cliënten daar vervolgens in te ondersteunen. Om het leven wat ze nog hebben zo goed mogelijk door te kunnen brengen. Kwaliteit van leven staat daarbij voorop.”
Waardevolle ervaringen
“Ik heb eens een mevrouw begeleid. Een alleenstaande oudere dame met longkanker. Tijdens mijn huisbezoeken was zij altijd heel gesloten. Ik heb haar maandenlang eens in de paar weken bezocht. Toch had ik het gevoel dat onze gesprekken niet lekker liepen. Ik kreeg niet echt contact met haar. Op een gegeven moment ging ze echt achteruit. Toen kon ik concreter wat voor haar betekenen. Ik gaf advies, organiseerde hulpmiddelen en ondersteuning voor haar dochter. Via euthanasie zou ze komen te overlijden. De dag voor de geplande euthanasie kwam ik afscheid van haar nemen. Ze lag boven op bed en overhandigde mij persoonlijk haar rouwkaart. Daarop stond haar overlijdensdatum, dat was de dag daarna. Ze bedankte mij heel uitvoerig en vertelde dat ze zo ontzettend veel steun had gehaald uit onze gesprekken. Dat deed mij heel veel. Ik zei tegen haar: “Ik moet wel bekennen dat ik het in het begin heel erg moeilijk had om het gesprek op gang te houden en iets voor je te kunnen betekenen. Waarop ze antwoordde: “Ja, dat heb ik ook wel gevoeld. Maar je liet je niet wegsturen. En uiteindelijk heeft het me heel veel geholpen.”
Dat was opnieuw een moment dat ik ervaarde dat het contact met cliënten zo waardevol is. Je mag in de laatste fase van iemands leven stappen waar zoveel gebeurt en waar natuurlijk heel veel verdriet is. Maar tegelijkertijd zie ik ook heel veel veerkracht. Ik vind het altijd bijzonder dat ze mij als ‘vreemde’ dan toch zo goed vertrouwen en zich helemaal bloot geven. Dat vind ik nog steeds een van de meest waardevolle ervaringen in mijn werk en vakgebied.”