Vervolg op de blog 'Crisisopname'

Het is drie weken later. Meneer is in het verpleegtehuis gestorven waar hij niet lang heeft gewoond. Mevrouw kan hier moeilijk mee omgaan. Er is een enorme leegte gevallen nu meneer weg is. Een collega vertelt me dat het niet goed gaat met haar. Mevrouw eet steeds minder en ziet er slecht uit. Bij binnenkomst herkent mevrouw mij. Het verdriet is van haar gezicht af te lezen. Ik neem plaatst bij haar aan de keukentafel, zoals wij altijd doen.
‘Ik wil niet meer, ik stop ermee!’Mevrouw eet steeds minder en ze ziet er slecht uit. Ik stel haar de vraag, “Bent u het aan het opgeven?” Heel helder kijkt zij mij aan en zegt, “Ja, dat ben ik”.
Een week later is zij nog duidelijker in haar keuze, zij heeft bewust gekozen om te stoppen met eten en drinken. Dit wordt versterven genoemd. Zowel Ik als het team hebben dit nog niet eerder meegemaakt. In de aankomende dagen hebben wij veel contact met de huisarts en de palliatief expert. Enkele keren komt mevrouw door overtuiging van familieleden terug op haar keuze. Dit maakt het proces nog lastiger, maar op vrijdag is zij er weer heel helder in: “Ik wil niet meer, ik stop ermee!”

AfscheidOp maandag ga ik langs bij haar om te zien of mijn collega ondersteuning nodig heeft. Mevrouw is verzwakt maar nog goed wakker. Ik verzorg haar op de postoel, terwijl mijn collega contact opneemt met de huisarts. Mevrouw zit met haar ogen dicht en is ontspannen. Zij heeft vrede met haar keuze en is blij met de ondersteuning die zij krijgt.
Maar tot het eind blijft zij precies en zorgzaam voor anderen. Op een gegeven moment begint mevrouw last te krijgen van misselijkheid en braken, die lijkt te komen door een probleem vanuit de maag of darmen. Wat de oorzaak hiervan precies is, wordt niet meer onderzocht op verzoek van mevrouw. Die dag wordt er een medicatiepomp opgestart om de palliatieve sedatie te starten. Ik ben erbij als mijn collega ’s middags de pomp aansluit. Mevrouw neemt van tevoren nogmaals afscheid van haar familie. Vrij snel daarna valt ze in slaap.

De volgende dag ben ik weer aanwezig. Mevrouw is wederom niet comfortabel dus ik heb opnieuw contact met de huisarts. We verhogen de medicatie. Het wordt dan duidelijk dat er iets in de buik zit bij haar, zoals een tumor. Zij begint fecaal te braken.
Het is onduidelijk of mevrouw dit zelf merkt; zij reageert niet meer op aanspreken. Later in de middag ga ik samen met een collega bij haar langs voor de verzorging. Volgens voorschrift verhoog ik, omdat mevrouw een snelle ademhaling heeft en onrustig is, de medicatie van de medicatiepomp.

Mevrouw koos haar eigen wegNa de verzorging zitten mijn collega en ik in de keuken met de zus van mevrouw, even bij te praten. En vlak voordat wij gaan, willen wij het kussen nog even verschonen. Ik loop naar haar toe. Op het moment dat ik haar aankijk, zie ik het gelijk: mevrouw is overleden. Haar lijden is ten einde. Ik bel de huisarts, die niet verwachtte al zo snel terug te moeten zijn. De zus van mevrouw vindt het moeilijk dat zij niet aanwezig was toen mevrouw overleed. Maar ik denk dat het niet toevallig was dat het gebeurde toen mevrouw voor het eerst in ruim een week helemaal alleen was. Zij wilde nooit anderen tot last zijn. De zus beaamt dit en heeft er daardoor vrede mee.

In het begin van het proces leek het alsof mevrouw de keuze maakte vanwege de rouw om haar man. Maar achteraf gezien is het precies zoals zij in het leven stond: onder controle koos ze haar eigen weg. Grote kans dat zij geweten heeft dat er iets gaande was in haar lichaam. Om verder lijden te voorkomen koos zij voor deze route. Terugkijkend op de situatie heb ik veel bewondering voor mevrouw en de keuze die zij heeft gemaakt. Na al die jaren dat ik en mijn collega’s als zorgverleners over de vloer kwamen bij het echtpaar hebben wij mevrouw tot het einde kunnen bijstaan, waarbij haar eigen regie tot het allerlaatste moment voorop stond.

Geschreven door Tanja de Vos. Tanja is wijkverpleegkundige bij ZZG zorggroep, ambassadeur voor de wijkverpleegkundige en kerngroep lid NWG.