Je bent een prachtige dame van Indonesische komaf, klein van stuk met mooie lange haren en de liefste glimlach die ik ooit heb gezien. Je hebt een hoop meegemaakt in je leven, maar klagen doe je nooit. Bescheiden, nooit op de voorgrond, geniet je van een afstandje van alles wat er om je heen gebeurt.

Ik kom je slaapkamer binnen en kijk voorzichtig om het hoekje. Je bent wakker en ziet me, begroet me met jouw vaste: “Goedemorgen meisje” terwijl er een glimlach op je gezicht komt.

Jouw begroeting, zo kenmerkend, maakt me altijd direct blij.

Ik begroet je, vraag of je lekker hebt geslapen en je knikt instemmend. Wanneer ik vraag of je graag muziek wilt horen, beginnen je ogen te stralen en klinkt er verheugd “Ja!”. Muziek is iets wat ons verbindt, ik vraag je altijd of je muziek wilt horen tijdens de zorg en jouw reactie is altijd een geestdriftig ‘Ja’.

Je kunt hier ontzettend van genieten, op die momenten begin je soms ook als vanzelf te vertellen over vroeger. Hoe je altijd naar muziek luisterde, ’s morgens vroeg al de radio aanzette en dat heerlijk vond. Maar ook dat je als kind zo graag boeken las, het liefst de hele dag, maar dat jouw moeder dat niet goed vond.

Muziek brengt herinneringen van lang geleden naar boven.

Terwijl ik je kleding uit je kast pak lig je ontspannen in bed met een serene uitdrukking op je gezicht, je ogen zijn gesloten en je hebt nog steeds die prachtige glimlach rond je lippen.

Ik geniet omdat jij geniet, krijg er kippenvel van.

Mijn collega, eerstejaars leerling aan het eind van zijn stageperiode, komt binnen en zodra hij je ziet, verschijnt er ook bij hem een glimlach. Jullie begroeten elkaar, maken een praatje en rustig begint hij met de zorg terwijl ik de rest van de spullen verzamel.

Ik loop om het bed heen en ga naast je staan, je hand pakt de mijne en ik geef er een zacht kneepje in terwijl jouw ogen de mijne ontmoeten.

Eenvoudig contact, zo klein maar tegelijkertijd zo groots.

“Wat ben je toch lief!” zeg ik tegen je en ik zie dat mijn woorden, recht uit mijn hart, direct bij je binnenkomen en je ogen worden vochtig. Je sluit je ogen, even lijkt het of je vindt dat deze emotie er niet mag zijn. Ik druk zacht mijn wang tegen de jouwe, je opent je ogen, kijkt me aan en ik knik, zonder woorden zeg ik je dat het er gewoon mag zijn en je begrijpt me.

Een andere collega, ook eerstejaars leerling maar met inmiddels vele jaren ervaring in de zorg, komt je kamer binnen en ziet direct dit bijzondere moment. Ze geeft je een knuffel, je lacht en tegelijkertijd komen de tranen weer en laat je het toe.

Met zijn drieën staan we bij je bed, raakt dit bijzondere moment ons net zo diep als het jou raakt, met een brok in de keel en tranen in onze ogen.

Dit is precies waar het om gaat. Dit moment, zo ogenschijnlijk eenvoudig is precies waar ons werk om draait. Iets waardevoller dan dit bestaat er niet.
De ander het gevoel geven dat zij belangrijk is en mag zijn zoals ze is. De ander zíén.

Ik ben onvoorstelbaar dankbaar, dat jij ons zo dicht bij jezelf laat komen en je jezelf durft te zijn. Dat je voelt dat je een bijzonder plekje in ons hart hebt en wij jou meer dan de moeite waard vinden.

En ook ongelofelijk trots op mijn collega’s, beiden middenin hun leerproces en ontwikkeling. Dat zij precies aanvoelen wat ik hen zó graag mee wil geven in dit werk.

Voor ons alle vier een dag met een gouden randje.

Geschreven door Inge van Westenbrugge, verzorgende IG bij de Weegbree in Wijchen en columnist bij het Tijdschrift voor Verzorgenden.