[vraag] Inge, van harte welkom. Leuk dat je mee wilt doen met de podcast. Ik heb je uitgenodigd want je bent zo'n sprankelende persoonlijkheid, hoor ik ook van de collega’s van Flexwerk, want daar werk je voor. 

[antwoord] Ja ik werk voor Flexwerk voor de wijkverpleging maar dat is niet altijd zo geweest. Ik heb  van 1997 tot 2014 in een vast team binnen de wijkverpleging gewerkt. Sinds 9 jaar werk ik bij Flexwerk. Ik ben toen overgestapt van een vast team naar Flexwerk maar wel binnen de wijkverpleging en binnen ZZG. 

Altijd al in de zorg willen werken

[vraag] Binnen ZZG, wat leuk. Maar even terug naar het begin, want als jong meisje heb je uiteindelijk ergens een keer de keuze gemaakt voor de zorg?

[antwoord] Ja ik ben in 1987 de opleiding gaan doen tot ziekenverzorgende. De school was hier op Dekkerswald. Dat was 3,5 jaar in service opleiding en ik wist eigenlijk wel al heel lang dat ik in de zorg wilde werken.

[vraag] Betekent in service dat je hier ook woonde?

[antwoord] Ik werd aangenomen door een instelling, dat was in die tijd verpleeghuis Margriet. In het begin ging ik 7 maanden naar school en daarna 3 weken werken en 1 week school per maand. Dus bij in service ben je eigenlijk in dienst van het verpleeghuis en vanuit daar gingen we 1 keer per maand naar school op Dekkerswald.  

[vraag] Dat is eigenlijk wat we nu ook hebben met de leer- en werktrajecten van de leerlingen die al in dienst komen en dan ook nog aan het ROC de opleiding volgen? 

[antwoord] Ja dat noemden ze toen een beroepsvoorbereidende periode. Dan had je 6 of 7 maanden alleen theorie en daarna ging je de praktijk in. Toen was ik 18 jaar.

[vraag] Weet je nog wat jouw motivatie was om voor zo'n zorgopleiding te kiezen?

[antwoord] Ik zorgde als kind al heel graag. In eerste instantie voor poppen. Maar daarna voor mijn zusje en gewoon het zorgen voor anderen. Dat is eigenlijk tot de dag van vandaag nog steeds wat ik heel graag doe. Dus ik zeg altijd 'ik heb van mijn hobby mijn beroep gemaakt'. Ik wist eigenlijk al heel lang dat ik in de zorg wilde werken. 

Wil ik nog wel in de zorg blijven?

[vraag] Zijn er wel eens momenten geweest dat je dacht 'ik weet niet of ik nog wel in de zorg wil blijven werken'?

[antwoord] Nou ik weet wel dat ik de opleiding in het verpleeghuis heb afgerond na 3,5 jaar en toen ben ik daar blijven werken. Daarna ben ik nog een opleiding tot Z verpleegkundige gaan doen en die heb ik ook afgerond. Toen ben ik terug naar het verpleeghuis gegaan in een leidinggevende functie en daar heb ik wel van die momenten gehad. Toen was de werkdruk zo hoog en er was weinig personeel. Het was echt super hard werken en op een gegeven moment voelde ik niet meer de voldoening. Ik ging eigenlijk naar huis na een dienst en ik had echt het gevoel dat ik iedereen, alle patiënten, tekort had gedaan. Toen heb ik wel even gedacht dat ik dit zo weinig voldoening vond geven, maar dat is maar een hele korte periode geweest.

[vraag] Want dat knaagt aan je natuurlijk als je dat gevoel hebt?

[antwoord] Ja, dat vond ik echt een vreselijk gevoel. Echt afschuwelijk. Ik kon echt huilen na een dienst. Ook als eerstejaars leerling stond je soms wel eens alleen met 26 ernstig zieke bewoners in de nachtdienst. Er was dan wel een nachthoofd. Ik heb dat wel als heel pittig ervaren. 

Veranderingen in de zorg - 25 jaar terug

[vraag] Dat snap ik. Welke tijd hebben we het dan over? Over welk jaar heb je het dan ongeveer?

[antwoord] Nou, wat ik echt pittig vond, was de tijd dat ik even leidinggevende was. Afdelingsoudste noemden ze dat toen. Dan heb je ook nog de verantwoording dat het rooster klopt.

[vraag] Jaren 90 dan ofzo? 

[antwoord] Ja het was rond 95.

[vraag] Toen was er ook inderdaad een periode van heel veel personeelstekort hè. Kun je dat vergelijken met de situatie nu? Want eigenlijk lopen we nu ook aan tegen personeelstekorten natuurlijk. Hoe zie je dat in de verhouding?

[antwoord] Toen werkte ik intramuraal. Ik heb altijd het gevoel dat ik het daar misschien harder voelde en ik ben in 1997 overgestapt naar kruisvereniging Zuid-Gelderland. Ze vroegen mensen in de wijkverpleging en daar was toen niet een heel erg tekort, want het was echt een pittige sollicitatieprocedure. Ze hadden twee mensen nodig: iemand voor een jaar en iemand voor onbepaalde tijd. Ik heb daarop gesolliciteerd en ik ben het uiteindelijk geworden voor onbepaalde tijd. Maar dat was echt een sollicitatieprocedure waardoor ik eigenlijk dacht dat het tekort in de wijkverpleging niet zo heel groot was.

In de wijk is het altijd één op één, dus ik voel dat tekort niet zo. In het verpleeghuis had je 26 bewoners waar je op dat moment voor moest zorgen en soms stond je er alleen voor omdat er dan geen collega was. Nee, ik ervaar nu eigenlijk geen vreselijk hoge werkdruk. We moeten wel hard werken en ik kan veel diensten bij Flex nemen, omdat er veel tekorten zijn. Ik moet leren om nee te zeggen, omdat ik niet alle diensten kan opvullen. Maar ik voel als ik het werk uitvoer geen vervelende werkdruk. Ik ben dus 1 januari 1997 begonnen in de wijk en dat is echt een hele goede overstap geweest binnen de zorg.

Verzorgende in de wijk met brede interesses 

[vraag] Wat brengt het jou meer om in de wijk te werken?

[antwoord] Bij in de wijk werken heb je sowieso alle specialismen en dat vind ik heel erg interessant. Van zorg voor mensen met dementie tot cardiologie en oncologie, eigenlijk alle specialismen. Maar ook mensen die door een ziekte of een ongeval beperkt zijn, dus alle soorten zorg komen terug in de wijk. Ik vind heel veel dingen interessant, dus ik zou het ook anders heel moeilijk vinden om voor één afdeling te kiezen. Ik vind het één op één fantastisch. Ik ben altijd als wijkverpleegster met één patiënt en natuurlijk daaromheen nog wel familie of partners of mantelzorg, maar altijd één op één. 

[vraag] Dat brengt wat in de relatie of in het contact kan ik me voorstellen?

[antwoord] Ja je bent er echt alleen voor die patiënt of die cliënt op dat moment. Dat vind ik echt het grootste pluspunt van het werk in de wijkverpleging.

[vraag] Nou dat is mooi om te horen. En jij stipt het net al aan hè. Je hebt natuurlijk ook familie en mantelzorgers daarbij. En dat we de zorg anders moeten organiseren met elkaar en dat we ons afvragen hoe we dat dan gaan doen, dat is echt een gespreksonderwerp tegenwoordig natuurlijk. Hoe ervaar jij dat? Ben jij al met praktische voorbeelden in aanraking geweest waarin je mantelzorg en familie  er meer bij betrekt? En voor wat dan?

Zorgverleners, mantelzorg en naasten: we verdelen de zorg

[antwoord] Ja je merkt dat ook zeker wel. Toen ik net bij de Kruisvereniging begon had ik het gevoel dat wij wel veel meer dingen overnamen. Als er zorg even tijdelijk van één keer per dag naar vier keer per dag moet dan probeerde je vier keer per dag wijkverpleging in te zetten. Nu overleg je wel meer, omdat het soms niet kan. Maar ook omdat je de mantelzorg, een partner, kinderen of buren ergens bij betrekt. Het moet gewoon opgevangen worden eigenlijk. Ik vind wel dat we in de wijk sowieso al wel heel veel contact met kinderen of  andere gezinsleden hadden. Dat is wel heel anders op een afdeling.

Je bent waar diegene woont, dus je zit veel meer in die situatie. Ik vind zelf dat je ook de patiënt of de cliënt eigenlijk veel meer ziet voor wie hij is in zijn omgeving. Er is wel een omslag dat misschien een dochter of een zoon bijvoorbeeld oogdruppels kan overnemen. Je gaat dan wel meer in overleg om die zorg te verdelen. Ik zie wel dat we daar steeds creatiever in moeten zijn ook en in de wijk komt dat ook echt wel duidelijk naar voren. Je hebt natuurlijk gewoon ook heel erg te maken met de mantelzorg en de omgeving. 

[vraag] Ja en merk je ook dat dat verandert vanuit hun perspectief? Dat zij ook meer dan voorheen, want jij hebt daar al over een wat langere tijd zicht op, begrijpen en naar zich toe trekken of hun hulp aanbieden? Of is dat altijd wel zo geweest? 

[antwoord]Ja, dat is altijd wel zo geweest en soms ook niet. Dat vind ik wel heel erg verschillend per situatie. Wij hebben ook echt wel cliënten die dat helemaal niet fijn vinden als wij bijvoorbeeld zeggen van; goh vindt u het dan goed dat we in overleg gaan met uw dochter dat zij misschien dat kan doen of een buurvrouw die misschien de deur voor ons kan openmaken of dat je dus misschien mensen in de wijk erbij betrekt. Sommige mensen vinden dat helemaal niet fijn en sommige mensen wel en die denken zelf al mee. Maar ik moet wel zeggen dat ik dat wel meer van alle tijd vind, hoor. In de wijk betrokken we eigenlijk wel ook al mensen daarbij.

Je bent in de wijkverpleging ook altijd wel heel erg bezig om mensen zo zelfstandig mogelijk te houden of weer te krijgen na een situatie. Bepaalde zorg, bijvoorbeeld stomazorg; in het ziekenhuis worden mensen ontslagen en eigenlijk is het doel dat wij leren dat patiënten het zelf kunnen doen of de mantelzorg. Daar was je altijd wel meer mee bezig dan op een afdeling waar iemand natuurlijk verblijft en waar je altijd voor iemand zorgt. Ik kan niet zeggen dat ik daar nu heel erg een verandering in merk. Alleen soms moeten we vragen van goh 'kan uw dochter dan misschien 's avonds dat of dat doen, want we hebben tekort'.

[vraag] Maar daar wordt ook wel positief op gereageerd over het algemeen?

[antwoord] Ja over het algemeen wel ja.

[vraag] Ik snap inderdaad dat elke cliëntsituatie natuurlijk anders is. De een heeft een groter netwerk om zich heen dan een ander kan ik me voorstellen?

Palliatieve zorg

[antwoord] Ja en wat in de wijk natuurlijk ook best wel een belangrijk onderdeel van ons werk is, is de palliatieve zorg. Dus mensen die thuis willen sterven waarin je al echt héél goed samenwerkt met mantelzorg en iedereen om diegene heen. Sowieso vind ik dat hele mooie zorg om thuis te verlenen, maar dat vind ik altijd van zorg met alle hens aan dek. We doen het met elkaar. Wij als professionals maar zeker ook familie of vrienden.

[vraag] Heb je daar een voorbeeld van? Van een situatie? Of iemand die je hebt begeleid waar je wat meer over kan vertellen of wat het met je doet? 

[antwoord] Nou ik heb heel veel mensen begeleid en verzorgd die thuis wilden sterven. Dat vond ik en vind ik nog steeds echt wel één van de mooiste soorten zorg in de wijk, omdat dat zorg is die steeds intensiever wordt. Het is een soort weg die je met elkaar inslaat hè. Iemand zegt 'ik wil graag thuis blijven', dus dan sla je die weg in en wij als professional hebben daar natuurlijk een heel belangrijk aandeel in om dat op professionele manier goed te begeleiden. Alle pijnbestrijding, alle hulpmiddelen en alle zorg en nachtzorg inzetten daar zou ik heel veel voorbeelden van kunnen vertellen, maar het is altijd gewoon heel mooi als mensen uiteindelijk thuis kunnen overlijden.

Je hebt het gevoel van, ondanks het verdriet van het verlies in een gezin, dat hebben we met elkaar gedaan en daar voel ik mezelf dan wel echt ook een heel belangrijk schakeltje in, net zo belangrijk als familie. En om dat met elkaar te doen, want dat kunnen wij ook als zorgprofessionals niet alleen. Als iemand alleen woont en geen netwerk heeft dan kan je dat bijna niet, want dat wordt natuurlijk altijd intensiever en intensiever en dan gaan wij ook altijd steeds meer zorg inzetten.Dat gaat soms van één keer per dag naar vijf keer per dag. Daar haal ik echt super veel voldoening uit, dat we uiteindelijk wat diegene graag wilde met zijn allen hebben kunnen realiseren. 

[vraag] En hoor je dat dan ook achteraf weer terug? In welke vorm bijvoorbeeld?

[antwoord] Ja ik moet wel zeggen; ik werk nu voor Flex, dus dan ben ik even betrokken, maar ik ben geen eerstverantwoordelijke. Dat was ik natuurlijk in een vast team wel. Ja, dat evalueren we en dat horen we zeker terug, dat mensen zich echt ook heel erg ondersteund voelen. Ik heb dat ook nu ik voor Flex werk. In die situaties benadrukken we ook altijd even als we weggaan, dat we zeggen we zijn er voor jullie en bel ons. Er is altijd iemand die dienst heeft en dat vind ik ook weer zo mooi van ZZG. Als er 's nachts gebeld wordt dan komt er iemand en er zit zoveel expertise ook in palliatief verpleegkundigen.

Dat voel ik ook altijd dat ik daar heel trots op ben en dat we ook met recht tegen mensen kunnen zeggen 'hè we zijn er'. Soms ben ik voor de zorg bij iemand en dan ga ik weg en dan zeg ik 'bel als we iets kunnen doen', ook naar mantelzorg. Bel ook als u vragen heeft of als we u ergens mee kunnen ondersteunen. Ik vind dat altijd heel mooi, want het is hele intensieve zorg en dat je dat met z’n allen doet, daarin voel ik heel erg die samenwerking met mantelzorg of vrijwilligers die komen waken ‘s nachts.

[vraag] En ook de steun vanuit de organisatie dus? 

[antwoord] Ja en dat vind ik ook heel fijn en geruststellend voor mezelf als professional dat je dat kan aanbieden.

Ik ervaar geen hoge werkdruk in de zorg

[vraag] Dat is wel een heel mooi bericht ook in deze tijd natuurlijk. De kranten staan vol met dat er geen tijd is, maar dat ervaar jij dan toch anders?

[antwoord] Ik ervaar dat dus niet zo. Het is echt één van de dingen die ik best wel vaak hoor ook  in mijn privé met vrienden of vriendinnen 'jullie hebben het zo druk'. Toen ik net in de wijkverpleging werkte, dus 26 27 jaar geleden, toen hoorde ik al mensen 'oh jullie moeten met een stopwatch werken' en dat is helemaal niet zo. Ik heb gisteren nog gewerkt en het is nog steeds niet zo. Natuurlijk praten we over zorg minuten, maar dat moet. Ik bedoel als ik naar iemand toe ga dan moet je voor de planning wel weten hoelang je daar bent. Ben je daar voor een injectie dan is 15 minuten zorgmoment voldoende. Ik denk altijd die injectie die duurt geen 15 minuten, die duurt 20 seconden. Dus dan kan ik nog steeds aandacht geven. 

[vraag] Ja precies. Dan heb je nog steeds 14 minuten over?

[antwoord] Ja en als het dan wel een half uur duurde omdat het niet goed ging met diegene of er was iets anders of diegene had heel even wat extra aandacht nodig, dan kan dat ook want dan kom je een kwartiertje later. Het is wel druk moet ik zeggen hoor. Het kunnen echt wel volle programma's zijn en dat we het echt druk hebben.

Ik voel veel verantwoording om iedereen goed te verzorgen en ook nog een beetje binnen zorgtijd hè. Niet dat iemand om 12 uur geholpen moet worden en dat je daar om 2 uur komt, nee. Maar het is zeker goed te doen en dat vind ik zeker in de wijk. Ik vind echt dat ik en wat ik om me heen zie, dat wij kwalitatief echt goede zorg kunnen verlenen. 

[vraag] Ja, dat is ook wel belangrijk voor je, denk ik. Anders was je nooit zo lang gebleven vermoed ik zo?

[antwoord] Ik heb heel even een half jaar ingevallen intramuraal bij een andere organisatie. Dat heb ik erbij gedaan, dus niet in plaats van, maar dat heb ik erbij gedaan. Dat was echt geen fijne ervaring. Ik vond het helemaal niet prettig en ik dacht ook ik moet echt gewoon nooit meer de wijk uit. Daar ligt mijn hart en mijn kracht ook. Ik vind al die verschillende aspecten en al die verschillende ziektebeelden heel erg interessant. Ik zou niet bijvoorbeeld alleen maar voor mensen met dementie willen zorgen of niet alleen maar voor mensen met kanker. Eigenlijk alle verschillende aspecten houden het voor mij heel erg interessant. Daarbij dus zeker dat het in iemands eigen omgeving is. Ik zeg altijd 'iemand in een ziekenhuis die ligt in bed en dat is dan een patiënt met die en die ziekte. In de wijk zie je iemand in zijn eigen omgeving: zijn huis, zijn inrichting, zijn familiefoto's aan de muur. We zien echt veel meer wie iemand is'.

Fijn contact met cliënten is belangrijk

[vraag] Kan jij een voorbeeld noemen van iets wat je echt ontroert binnen jouw werk? 

[antwoord] Wat ik heel erg mooi vind, wat je in de wijk kan, is echt als het ware helemaal inzoomen op het het contact met het mens wat je voor je hebt en waar je voor zorgt. Dat vind ik echt zoveel voldoening geven. Dat je echt even met iemand in gesprek gaat en iemand aankijkt en het ook echt oprecht fijn vindt om kennis te maken met iemand en dat dat je heel veel brengt.

[vraag] Heb je daar daar een concreet voorbeeld van?

[antwoord] Nou bijvoorbeeld dat het team tegen mij zei 'oh dan moet je daarheen en daar moeten we wel even wat over vertellen en dat is wel apart allemaal'. Maar meestal wil ik wel een beetje onbevooroordeeld ergens naartoe. Ik kwam bijvoorbeeld bij die meneer binnen en het huis was echt heel erg vervuild, helemaal vol en helemaal vol met boeken, allemaal vergeeld. Die meneer zat al aan een blikje bier 's morgens om 9 uur, even voor de beeldvorming.

Toen heb ik met hem echt even het contact kunnen maken. Ik had een beetje als ingang 'goh hebt u die boeken allemaal gelezen die hier in uw boekenkast staan'? Ik probeerde echt met hem even in gesprek te gaan en dat was echt zo'n fijn gesprek dat ik dacht 'dat is een hele aardige meneer en die heeft ook echt wel een interessant leven gehad'. Op die momenten waarin je even helemaal inzoomt op een gesprek van mens tot mens, ga je daar eigenlijk heel anders weg. Ik liet even alle gekkigheid, vervuiling, het blik bier en al die boeken los en ik dacht 'oh je bent gewoon een heel interessant mens'. Dan denk ik wel ook van nou 'mijn beroep geeft de kans om echt even contact te maken met mensen'.

[vraag] Ik wil graag ook nog iets weten over jouw overstap naar Flexwerk hè. Want Flexwerk is eigenlijk het interne uitzendbureau van ZZG zorggroep, zo noem ik dat eigenlijk altijd. Waarom heb je daarvoor gekozen en wat brengt het jou?

Flexwerk van ZZG zorggroep als ideale uitkomst

[antwoord] Ja ik ben daar in september oktober 2014 begonnen, dus ruim 9 jaar. Ik vond het een moeilijke overstap. Ik heb dus lang in een vast team gewerkt en toen gingen wij langzaamaan over naar zelfsturende teams waarbij iedereen in het team ook weer een eigen rol kreeg. De een werd planner of roosteraar en we gingen ook taken verdelen. Mijn zoon is geboren met een hele ernstige voetafwijking, daar is hij een paar keer aan geopereerd en hij heeft een bottransplantatie ondergaan en dat vroeg wel heel veel zorg ook thuis. Daardoor ben ik eigenlijk na de bevalling van 28 uur uiteindelijk helemaal teruggegaan naar 12 uur werken. Dat was wel weinig, maar dat was wat ik nog goed kon doen en ik wilde ook absoluut niet stoppen.

Ik merkte met mijn 12 uur werken dat de andere kant wel was dat ik net zo vaak naar vergaderingen moest en net zo’n betrokkenheid moest hebben. Ook als er zieken waren; oh de avonddienst is ziek, wie kan er vanavond? Dat gaf zoveel stress in die paar uur dat ik werkte, wat ook steeds op andere dagen was. Ik vond dat lastig te combineren op een gegeven moment en dat gaf gewoon mijzelf wat onrust, terwijl ik gewoon zo graag het werk wilde uitvoeren. Toen dacht ik, ik moet meer controle krijgen over mijn eigen agenda. Ik moet soms kunnen zeggen 'ik werk twee weken niet of ik werk een week misschien wel 30 uur'. Dus ik wilde gewoon zelf de regie over die agenda. Toen dacht ik nou dan is misschien overstappen naar Flexwerk wat.

Ik heb toen een gesprek gehad met Helene en toen ben ik overgestapt. Daar heb ik geen spijt van omdat het me precies gebracht heeft wat ik zocht. Ik beheer mijn eigen agenda. De teams waar ik vaker inval, die weten dat ik van de korte termijnplanning ben. Het is nu 2 november en ik kreeg bijvoorbeeld vanmorgen een berichtje 'oh het zal voor jou nog wel te vroeg zijn, maar kan jij misschien 5 december werken'? Om aan te geven dat zij weten dat ik maar een paar weken vooruit plan en ik plan nooit de diensten langer dan twee maanden vooruit. Dat geeft me dus heel veel vrijheid om te kijken van; dat kan wel of nee ik hou het vrij.

[vraag] Wat past nu bij de situatie thuis ook?

[antwoord] Ja en op zich gaat dat heel goed. Inmiddels studeert hij op de universiteit en is dat wel heel stabiel, maar het is zo bij me gaan passen.

[vraag] Ja als je van vaste collega naar Flex collega gaat heeft het een bepaald aanzien. Het lijkt alsof het minder zou zijn of anders zou zijn. Hoe voel jij dat?

[antwoord] Dat voel ik helemaal niet zo, nee absoluut niet. Het is de dienst die je draait en op dat moment de mensen waar je voor zorgt, daar voel ik een even grote verantwoordelijkheid voor als toen ik in een vast team werkte. Dat neemt natuurlijk niet weg dat ik in een vast team van sommige cliënten eerste verantwoordelijke was en dat je alle dingen moet regelen. Dat is nu niet zo, maar in het zorgmoment is die verantwoording even groot en voel ik de betrokkenheid ook van moet er een huisarts gebeld worden of moet er actie ondernomen worden. Dat is bij mij echt absoluut niet het geval dat ik daar anders in sta.

Trots op Flexwerk

[vraag] Je bent een trotse Flexer? 

[antwoord] Ja ik ben zeker een trotse Flexer. Ik voel echt een hoge verantwoordelijkheid om goed voor de mensen te zorgen en om verder te kijken en te observeren en dingen terug te koppelen eventueel naar een team. Het is alleen vaak als je een dienst in een wijk invalt, dan draag je dingen weer over en dan laat je het weer los. Dat is dus wel het verschil.

[vraag] En hoe is het voor jou om dan niet die eindverantwoordelijkheid te hebben?

[antwoord] Ja dat heb ik wel een beetje moeten leren. Dat ik wel dacht 'oh dus ze gaan er toch wel iets mee doen en er wordt toch wel actie op ondernomen of moet ik daar iets mee'? Ja binnen die dienst voel ik de volle verantwoordelijkheid en als het nodig is draag ik dingen over. Daarna heb ik wel moeten leren om het ook weer los te laten.

Ik doe ook nog vrijwilligerswerk bij stichting Ambulancewens. Daar werk ik ook nog als verpleegkundige voor het vervullen van laatste wensen voor terminaal zieke kinderen en volwassenen. Daar moet ik ook altijd één à twee dagen beschikbaar zijn. Ik houd ook de volgende dag altijd vrij omdat het soms wensen zijn die heel laat worden en ik moet dat ook altijd even van me af laten glijden.

[vraag] Wat mooi dat je daar ook tijd voor vrij maakt en inderdaad dat je zegt 'vanuit mijn eigen  behoefte en perspectief ga kijken wat er mogelijk is' en dat Flexwerk dan dus echt een uitkomst voor je is.

[antwoord] Flexwerk was echt een uitkomst voor mij. Als ik het in één zin moet omschrijven zeg ik: ik doe eigenlijk wat ik het liefste doe maar wel wanneer het mij uitkomt. Het is natuurlijk ook een beetje een luxepositie. Ik heb een nul urencontract, dus dat maakt ook dat ik het zo kan doen. Ja, dat is een hele goede stap geweest voor mij persoonlijk. 

[vraag] Als dat niet had gekund had je misschien heel anders erin gestaan?

[antwoord] Ja ik heb ook wel eens gedacht van dan was ik misschien wel even gestopt of uit de zorg gegaan. Ik moet wel zeggen; ik heb collega's om me heen in de loop van de jaren natuurlijk gehoord die wel eens zeiden van; ik ben zorg moe. Dat heb ik helemaal niet. En dat heb ik nu nog niet.

[vraag] Zo kom je ook niet over. Het is wel echt vol energie en echt wel zin in.

[antwoord] Nee ik zou echt heel erg vinden als ik mijn beroep niet zou kunnen uitoefenen. Ja, ik ben 1 januari, of nou ja doordat het natuurlijk nieuwjaarsdag was, ben ik 2 januari 1997 begonnen in de wijk. Ik heb gisteren ook nog gewerkt en ik sta nog met evenveel enthousiasme als die eerste dag. Ik dacht 'oh wat leuk bij mensen thuis en wat gaat het ook allemaal professioneel', vond ik. Bij de kruisvereniging was dat toen en toen kwam natuurlijk die fusie. Vandaag de dag ben ik nog steeds ook trots op ZZG moet ik eerlijk zeggen. We staan gewoon voor iets en jij zei het net van het interne uitzendbureau. Mensen zeggen wel eens 'ben jij dan ZZP of ben jij  van een uitzendbureau'? En dan heb ik al een uniform aan van ZZG en dan zeg ik 'nee kijk, ik ben in dienst van ZZG, net als alle mensen die ook bij u komen'. Ik ben in dienst van ZZG, maar ik werk in verschillende wijken.

[vraag] En daar ben je trots op.

[antwoord] Ja, daar ben ik heel trots op.  

[vraag] Dat lijkt mij een hele mooie afsluiter.

[antwoord] Ja hè.

[vraag] Of had jij meer dingen die je nog wilde vertellen?

[antwoord] Nee. Ja ik kan er heel lang over praten, want ik ben echt super trots op mijn werk en ook op ZZG. Ik ben blij dat op deze manier te kunnen doen bij Flexwerk. 

[vraag] Ja, super. Echt heel mooi om te horen. Nou, dankjewel Inge voor je tijd en fijn dat je er was.

[antwoord] Graag gedaan.