“Nee hoor, ik heb geen pijn”, zegt mevrouw als ik haar vraag of zij pijn heeft. Ik ken haar als ‘hard voor zichzelf’. Als de ‘dokter’ komt, dan zijn de klachten over. Ik laat mij niet zomaar afschepen. Ik vertel haar dat de woonbegeleider mij gevraagd heeft om bij haar te komen kijken. Die morgen gaf mevrouw aan dat ze pijn op de borst had. Ze kan het zich niet herinneren. 

Anamnese

Bij mensen met dementie is de anamnese anders dan bij mensen zonder geheugenproblemen. Zij kan zich de situatie niet herinneren. Kan niet aangeven of de pijn stekend of drukkend is. Of de pijn uitstraalt of vastzit aan de ademhaling. Hierbij vraag ik vaak de woonbegeleider naar zijn/haar observaties: transpireert ze op het moment van de klachten? Is ze gevallen of heeft ze zich gestoten, wat de pijn zou kunnen veroorzaken?

Rode vlaggen

Ik vraag mevrouw of ik haar toch even mag onderzoeken. Ze maakt een ontspannen indruk, niet benauwd of angstig. Bloeddruk, hartslag en longen lijken niet afwijkend. Ik besluit dat ik op dat moment geen actie onderneem. Er zijn nu geen rode vlaggen. Ik vraag de woonbegeleiders om mij te waarschuwen als de klachten terugkomen.

Bh

De volgende dag word ik gebeld: de pijn op de borst is terug. Ik bezoek mevrouw opnieuw. Ook nu zit mevrouw rustig op de bank. Ze heeft last van haar bh. Die trek ik uit. De pijn wordt minder. Ze wijst een plek op haar borstbeen aan. Als ik daarop druk, bevestigt ze dat het daar pijn doet. Ik zie een rood plekje. Als ik haar help om de bh weer aan te doen, zie ik dat haar gezicht vertrekt. Dit bevestigt mijn vermoeden dat het puntje van de bh-beugel waarschijnlijk de boosdoener is. 

Pijn op de borst klinkt alarmerend, maar kan soms heel eenvoudig verholpen worden. Een diagnose stellen is niet eenvoudig, de uitkomst in dit geval wel.

Op de rand

Mevrouw heeft hele dikke benen. Er zit zoveel vocht in haar benen dat er een diepe vingerafdruk achterblijft. Haar benen worden gezwachteld, zodat het vocht terug naar het hart kan stromen. Mevrouw kan niet goed slapen en zit vaak op de rand van het bed. Haar benen worden niet slanker. Ze krijgt van mij een slaaptablet. Ik hoop dat ze hiermee de slaap beter kan vatten. Als de benen op gelijke hoogte liggen met het hart, kan het te veel aan vocht terug naar de bloedbaan en door de nieren worden uitgescheiden. Maar ook met de slaaptablet slaapt mevrouw maar kort en gaat op de rand van het bed zitten. Opeens valt het kwartje. Zou ze niet willen liggen, omdat ze dan benauwd wordt? 

Ik zoek mevrouw op. Ze loopt voor mij uit naar haar appartement. Ze loopt een beetje moeilijk door haar opgezette benen, maar klinkt niet kortademig. Als ik vraag hoe het met haar gaat, dan is het antwoord: “Goed hoor”. Ik onderzoek haar op de rand van het bed. Ik luister naar haar longen. Ik hoor forse crepitaties, wat betekent dat er heel veel vocht in de longen zit. Op mijn verzoek gaat ze op bed liggen, maar al snel vraagt ze of ze weer overeind mag. 

Puzzel

Door haar dementie kan mevrouw niet goed haar klachten aangeven. Het is een soort puzzel waarbij de waarnemingen van de woonbegeleiders, de mantelzorgers, het lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek de puzzelstukjes zijn. Samen vormen ze een diagnose.  Regelmatig evalueren en weer bijstellen helpt om goede zorg te bieden. Juist die puzzel maakt dat mijn vak iedere dag anders en uitdagend is.