Eind van de week is de euthanasie gepland. De mededeling moet even indalen. Voor mevrouw gaat er na maandenlang wachten een wens in vervulling. Voor ons als zorgmedewerkers gaat het ineens snel. Het hele team gunt haar dit, maar het valt ons zwaar.

OpgeslotenAl bij het intakegesprek geeft mevrouw aan dat zij euthanasie wil. Daaraan voegt zij toe “nu nog niet”. Zij geniet van uitstapjes naar de stad en korte wandelingen in de buurt. Ik zie haar samen met een medebewoner achter de rollator midden over straat lopen. Als een soort ‘Benidorm Bastards’ lopen ze richting de Aldi, om hun drankvoorraad aan te vullen. 

Tot ze in september zegt dat ze zich opgesloten voelt. Niet opgesloten in het woonzorgcentrum, maar in haar hoofd. Mevrouw heeft naast dementie, een vorm van afasie. Ze wil heel veel vertellen, maar kan moeilijk op de woorden komen. Hele zinnen vormen lukt niet meer. Dit frustreert haar enorm. De logopedist zoekt met haar naar andere vormen om zich te kunnen uiten. Maar daarbij zit de dementie haar in de weg. Ook muziektherapie geeft onvoldoende houvast. Tijdens onze gesprekken wordt mij steeds meer duidelijk dat we haar niet kunnen helpen. De frustratie bij mevrouw neemt verder toe. Ze is somber en onrustig. Ze zoekt steeds meer lichamelijk contact. Tijdens onze periodieke gesprekken geeft ze steeds opnieuw aan: “euthanasie!”

ExpertisecentrumAls Physician Assistant (PA) heb ik geen bevoegdheid om een euthanasiewens in vervulling te laten gaan, dat mag alleen een arts. Ik overleg met een collega, Specialist Ouderengeneeskunde (SO), en we gaan samen met mevrouw in gesprek. Bij een euthanasieverzoek is het heel belangrijk dat aan een aantal zorgvuldigheidseisen wordt voldaan. Zo moet het verzoek vrijwillig en weloverwogen zijn. Er moet sprake zijn van ondraaglijk en uitzichtloos lijden. De patiënt moet zijn verzoek duidelijk kunnen uitspreken. De combinatie van afasie en dementie maakt het moeilijk om te beoordelen of aan de zorgvuldigheidseisen wordt voldaan. We bespreken de casus in ons team. Geen van de SO' is overtuigd dat haar verzoek aan de eisen voldoet. We schakelen Het Expertisecentrum Euthanasie in. Een arts en verpleegkundige van het centrum beoordelen samen de aanvraag. 

VolzinnenNa het eerste gesprek heb ik overleg met de arts. Zij geeft aan dat ze moeilijk contact kan krijgen met mevrouw. We besluiten om samen het gesprek aan te gaan, zoals ik dat anders ook doe. Mevrouw maakt een meer ontspannen indruk en kan bijzonder goed aangeven wat ze wil. Het lukt haar zelfs een paar volzinnen uit te spreken. Daarnaast schrijft ze haar wens op papier. De arts en verpleegkundige zijn overtuigd. Er komt een SCEN-arts, die de aanvraag moet toetsen. Die oordeelt dat de procedure goed is doorlopen.

Het is goed zoHet is vrijdag 11 uur. Aan een kant van het bed staan haar zoon en dochter. Aan de andere kant van het bed pak ik haar hand. Ik zeg dat ik het mooi vind dat ik haar heb mogen leren kennen. Ze kijkt mij indringend aan. Haar ogen zeggen meer dan woorden: “Het is goed zo!” Ontspannen sluit ze haar ogen. 

De arts checkt nog een keer of mevrouw er klaar voor is. Ze vertelt wat ze gaat doen en spuit het slaapmiddel in het infuusnaaldje. Twee diepe zuchten en met een tevreden uitdrukking op haar gezicht stopt haar ademhaling. Het is goed zo.