Pauline, van harte welkom. Je bent uitgenodigd om te praten over jouw bevlogenheid als zorgprofessional bij ZZG. Ik ben heel benieuwd hoe jouw weg is gegaan. Daar gaan we over in gesprek. 

[vraag] Als eerste zou ik graag willen weten; herken jij die bevlogenheid?

[antwoord] Die passie en bevlogenheid die herken ik zeker! 

Opleidingsplaats in ziekenhuis

[vraag] Wanneer merkte je dat voor het eerst?

[antwoord] Ik had een familielid in het ziekenhuis liggen. Ik voelde mezelf er helemaal niet prettig bij dat ik niks kon doen. Dat ik niks kon betekenen. Dat ik niet kon duiden wat er allemaal gebeurde. Daar wilde ik meer mee. Naar aanleiding daarvan ben ik toen gaan solliciteren in het ziekenhuis naar een opleidingsplaats. Ik was nog geen maand 17 jaar. De jongste van de groep. 

[vraag] Waar heb je toen voor gekozen? Hoe oriënteerde je je? En wat heb je uiteindelijk gedaan?

[antwoord] Ik had toen nog een advertentie in de krant gezien voor een opleidingsplaats in de Maartenskliniek. Daar heb ik op gesolliciteerd en ben ik daar vervolgens een jaar gebleven. Daarna heb ik nog een jaar in het oude Canisius ziekenhuis gewerkt.

Ik heb daar een aantal dingen gezien die behoorlijk heftig waren. Die heftige dingen kon ik destijds nog niet plaatsen. Daardoor ben ik ook uitgevallen na tweeënhalf jaar opleiding. Eigenlijk was dat een jaar voordat ik klaar zou zijn met de opleiding. Ik ben ermee gestopt, het lukte niet meer.

Een tussenstop in mijn zorgcarrière

[vraag] Daar liep je tegen een best moeilijke situatie aan. Betekende dat dan ook dat die bevlogenheid voor het vak verdween? Dat je dacht; ‘laat maar zitten dat gevoel dat ik wat wil betekenen en zorgen voor een ander'?

[antwoord] Ik was toen op verpleegkunde echt volledig afgeknapt. Dat was niet zoiets van ‘och laat maar’. Ik was er voor mijn gevoel helemaal klaar mee. Ik ben toen 10 jaar hele andere dingen gaan doen. Ik had mijn dochter die nog klein was en mijn schoonvader overleed ook in die tijd. Daar wilde ik ervoor zijn. Mijn schoonvader hebben wij thuis verzorgd.

Voor de zorg voor mijn dochter wilde ik overdag thuis zijn. Maar ik hoorde dat je in de wijkverpleging ook ‘s avonds kon werken, destijds nog binnen de 'Thuiszorg'. Ik ben bij ZZG gaan informeren om erachter te komen wat precies de mogelijkheden waren. 'Wat hebben jullie aan mij met de achtergrond die ik nu heb?'

'Kan ik nu al nuttig werk doen voordat mijn dochter naar school gaat?' Ik wilde met name tijdens de schoolgaande periode in de avonduren werken. Ik werd gelijk aangenomen. In eerste instantie als ongediplomeerd verzorgende

[vraag] Dus je had tien jaar iets anders gedaan? Niet in de zorg gewerkt?

[antwoord] Klopt. Ik heb in een supermarkt gewerkt en in de avonduren werkte ik in een café in combinatie met het volgen van de opleiding 'tandartsassistente'. Ik heb in die 10 jaar ook als tandartsassisenten gewerkt. Dat was duidelijk anders. Minder heftig, minder 'slecht nieuws gesprekken'.

[vraag] Zoals je dat wel tijdens verpleegkunde had ervaren?

[antwoord] Ja. 

[vraag] Wat maakte dan dat je na die 10 jaar de behoefte had om weer een andere stap te maken? 

[antwoord] In eerste instantie was dat toch de combinatie tussen werk en privé. Waarbij ik de combinatie wilde van de zorg voor mijn kinderen en kunnen werken. Overdag thuis en 's avonds - als mijn man thuis was - kon hij er voor de kinderen zijn. Dan kon ik gaan werken.

ZZG zorggroep als werkgever

[vraag] Toen begon je dus bij ZZG. Kon je daar je ei kwijt? 

[antwoord] Ja, ik vond het gelijk heel leuk en heel fijn! Alles leek zo’n beetje op z'n plaats te vallen. Ik kon werken met een team. Ik zat bij de avond-weekenddiensten. Dat was een vrij klein team. Als groepje maakte we wel deel uit van een veel grotere teams in die periode. Dat vond ik heel fijn om te doen.

Ik vond het heel leuk om bij de mensen thuis te komen. Om cliënten en hun familie te leren kennen. Ook een stukje met de mensen mee te kunnen lopen in die weg naar verbetering, naar herstel. Om daar die ondersteuning in te bieden. Juist ook de afwisseling daarbij, vond ik heel erg leuk.

[vraag] Kon je de verzorgende taken gewoon doen? 

[antwoord] Jazeker. Ik kon terugvallen op de basis, de achtergrond die ik nog had vanuit de opleiding van 10 jaar daarvoor. 

Vervolgstap in de zorg

[vraag] Je bent niet stil blijven zitten daarna dacht ik ;)

[antwoord] Nee, zeker niet. Toen de oudste naar school ging ben ik zelf de opleiding verzorgende IG gaan doen. Dat was ook het moment dat ik de overstap maakte naar een ander team.

Daarna mocht ik  de verpleegkunde opleiding op MBO niveau doen. Een aantal jaren later ook de opleiding verpleegkunde op HBO niveau. Dat sloot naadloos op elkaar aan. De dag dat ik het eindgesprek had op het MBO, was de dag van de introductie op het HBO. 

Na HBO verpleegkunde, heb ik 'ambassadeur voor de wijkverpleging' mogen doen. Dat is een traineeship. Een verdieping die met name gaat over 'verpleegkundig leiderschap', het uitdragen van je vak. Dat heeft mij ook heel veel inzicht gegeven in mijn vak. 

Wat ik met name het mooiste vind aan het werken in de wijkverpleging, is de afwisseling. De afwisseling qua ziektebeelden, qua type mensen, het werken bij de mensen thuis, het contact ook met mijn cliënt en zijn familie. 

Het vak is de afgelopen 20 jaar enorm veranderd. Het werken in de wijk is ook enorm veranderd. Maar ik vind dat het alleen maar mooier en uitdagender is geworden. Nu mogen we ook echt met die cliënt kijken naar wat het probleem is.

Wat heeft de cliënt ervoor nodig om het eventueel zonder ons te kunnen? Daarin een heel stuk mee op te lopen met cliënten, waarbij we ook echt overal rekening mee mogen houden. Met de cliënt, hoe die woont, met zijn familie; kan iedereen het aan? 

Waar wij 20 jaar geleden van het CIZ hoorden wat we allemaal gingen doen bij cliënten en hoeveel tijd we daarvoor kregen, kunnen we nu echt bij iedere cliënt een plan op maat maken. Daarnaast vind ik het in de wijk vaktechnisch gezien, fijn dat ik te maken heb met de afwisseling tussen verschillende ziektebeelden.

Dus ik heb hele verschillende cliënten; oudere mensen, jongere cliënten, cliënten met somatiek, mensen met een verstandelijke beperking, dus eigenlijk heel divers.

Blije zorgprofessional

[vraag] Wat maakt jou happy als je bij een cliënt bezig bent? Behalve de afwisseling, raakt het je ook als mens?

[antwoord] Jazeker, juist dat contact met de cliënt. Dat kunnen gewoon hele kleine dingen zijn. Iemand die net iets lukt om zelf te doen. Een cliënt die een goede dag heeft. Samen zien dat een situatie moeilijk en uitzichtloos leek, maar dat je toch samen verder komt.

Het vak vraagt ook veel creativiteit van je. Door te luisteren naar de cliënt en wat de familie nodig heeft om het samen te kunnen redden. Met ideeën voor oplossingen te komen. Zodat je daar uiteindelijk toch een uitweg in vindt.

Daarnaast ook 'gewoon' door de samenwerking met mijn team. Soms ook met de teamcoach of manager. Vooral de ingewikkelde situaties weer op de rit te krijgen, vind ik heel leuk. 

Werken in de zorg, het mooiste vak

[vraag] Er zijn binnen de zorg heel veel mensen die we natuurlijk nodig hebben. Daarnaast zijn er ook heel veel mensen die nu een keuze moeten maken over welke richting ze opgaan in het (werkende) leven. Wat zijn de pluspunten van werken in de zorg?

[antwoord] Ik vind dit het mooiste vak dat er is. Enerzijds door wat ik doe, momenteel werk ik voor de helft van de tijd in de cliëntenzorg. De andere helft besteed ik aan projecten binnen ZZG en deels aan projecten op landelijk niveau samen met de beroepsvereniging. Daardoor heb ik een afwisseling in mijn werk, die ik heel mooi vind.

Ik vind de zorg bij de cliënt heel fijn, maar ik vind het ook heel fijn dat ik kan beïnvloeden op beleidsniveau; op kwaliteit, zowel binnen onze organisatie als op landelijk niveau.

Van ZZG heb ik alle mogelijkheden gekregen om de opleidingen te kunnen doen. Het is fijn dat dat gelukt is.

Daarbij kom je natuurlijk ook hobbels tegen. Maar je staat wel met z'n allen voor een hoger doel. Dat is ook echt die goede zorg voor de cliënt, maar ook een gezonde organisatie. Het blijft voortdurend zoeken en ik vind het fijn dat we gewoon met z'n allen deel van die zoektocht uit mogen maken.

[vraag] Dat samenspel, hoe ervaar je dat nu op het moment met de krapte in de arbeidsmarkt? 

[antwoord] Daar zijn best wel uitdagingen. Wat ik binnen ZZG daarin het mooie vind, is dat we binnen de zelfsturende teams daar ook zelf mee aan de slag kunnen. Dus in eerste instantie gaan wij zelf kijken, wat hebben wij binnen onze wijk of binnen ons dorp nodig? Wie hebben wij hier zitten en hoe kunnen wij dit organiseren?

Op het moment dat we het zelf niet meer weten, kunnen we ook nog naar een gebiedsondersteunende teamcoach of een manager om daar ondersteuning te vragen. En dat is met alles. Nu is het een stukje arbeidsmarktproblematiek, maar eigenlijk is dat met alles wat we tegenkomen. 

[vraag] Dat werkt voor jou dus heel prettig?

[antwoord] Ja, zodat we ook echt die zelfstandigheid hebben en dus ook zelf naar onze leidinggevenden kunnen gaan met ideeën. 

Overweeg je in de zorg te gaan werken? Doen!

[vraag] Als er nu mensen overwegen om de zorg in te gaan, wat zou jij hen willen meegeven? 

[antwoord] Nou, allereerst gewoon doen! Het is gewoon het mooiste vak van de wereld. Mocht je in de zorg willen gaan werken en je gaat een opleiding doen, gun ik iedereen diverse stageplaatsen.

Dus verschillende stageplaatsen, maar ook in diverse sectoren van de zorg, want de zorg is gewoon ontzettend breed. Oriënteer je daarop en ga daar open in. Kijk ook per setting welke competenties daar het meest naar voren komen. En welke competenties het best bij jou passen. Dus uiteindelijk welke werkplek het best bij jou past.

Stagiaires in de zorg

[vraag] Dat is mooi, als mensen inderdaad echt iets kunnen doen waar ze zich happy bij voelen. Waar jij natuurlijk ook naar gezocht hebt. Waar jij tijdens het begintraject niet helemaal meteen op je plek was, kwam je er uiteindelijk al doende toch achter waardoor je lekker in je vel zit op je werk en thuis. Dat is toch het belangrijkste denk ik hè? 

[antwoord] Ja, dat je lekker op je plek zit. Als ik stagiaires heb, geef ik hen altijd mee;  ze hoeven mijn vak niet leuk te vinden. Ik vind mijn vak leuk en ik vind mijn werkplek leuk. Ik gun het hen om te laten zien en hen te laten ervaren hoe onze werkplek eruit ziet.

Hoe het werk in de wijk kan zijn. Hoe divers dat is en wat het werken in de wijk uniek maakt, ten opzichte van werken in een andere zorgsector. En vooral dat ze dus gaan verkennen hoe zij zich daartoe verhouden.

Wijkverpleegkundige, een vak apart

[vraag] Dan hoor ik jou zeggen, wat ons werk uniek maakt ten opzichte van andere zorgsectoren. Wat is dat dan?

[antwoord] Als verpleegkundige ben je autonoom. Dus dat betekent dat ik niet in opdracht handel van een arts. Als wijkverpleegkundige indiceer ik de zorg die wij verlenen en die wij als team gaan verlenen.

Natuurlijk, daar zitten ook opdrachten bij van een arts. Die gaan wij uitvoeren. Maar de arts vertelt wat wij moeten doen en wij bepalen vervolgens zelf, hoe we dat gaan doen. 

[vraag] Zijn er ook speciale kwaliteiten die je als mens moet hebben om dat te kunnen doen? Om met autonomie jouw vak uit te oefenen?

[antwoord] Ja, alles natuurlijk wel binnen ons kwaliteitskader. Er zijn competenties voor nodig, dus daarom zeg ik, ga er vooral open in. Kijk welke competenties jou het beste liggen en in welke setting die het meest naar voren komen en baseer daar uiteindelijk je keuze op.

[vraag] Kun je zeggen welke competenties voor de wijkverpleging belangrijk zijn?

[antwoord] Stukje communicatie. Stukje opbouwen van een netwerk, zijn binnen de wijk heel belangrijk. Je moet op de hoogte zijn van welke spelers er zitten. Wie er invloed hebben. Wie je nodig hebt om een netwerk rondom die cliënt te maken.

Dat stukje moet je als wijkverpleegkundige kunnen coördineren. Zorgen dat we, ook al zijn we met verschillende spelers die allemaal autonoom zijn, samen één plan hebben liggen voor de cliënt. 

De mooiste zorg die er is

[vraag] Als we het over de bevlogenheid hebben, de passie en het warme gevoel Pauline, kan ik me voorstellen dat jij concrete voorbeelden kunt aanstippen of verwoorden.

[antwoord] Een aantal jaar geleden kreeg ik een cliënt in zorg. Hij had meerdere kinderen en was ernstig ziek. Zijn echtgenote was ook ziek. Uiteindelijk is zij overleden.

Ik heb dat echtpaar mogen leren kennen, met hun gezinsleden, met hun kleinkinderen. Eigenlijk hebben we met z'n allen afgestemd hoe we de zorg - in eerste instantie voor de echtgenote - zo goed mogelijk konden doen. Totdat zij overleed.

Binnen een jaar is meneer ook overleden. Daarvoor hebben we de zorg ook samen afgestemd. Wat ik daarin heel mooi, fijn en heel bijzonder vind, is het vertrouwen dat die familie in mij had en dat ik op basis van dat vertrouwen samen met de familie dat pad kon bewandelen. Hen kon ondersteunen op een manier die het beste bij hen paste.

[vraag] Raakt dat je dan ook persoonlijk?

[antwoord] Ja. Zorg rondom overlijden is gewoon heel intiem. Heel persoonlijk hoe mensen daarmee omgaan.

Om daarin met die kinderen, maar ook nog met hele jonge kleinkinderen, een stukje deel uit te mogen maken en ondersteuning te mogen bieden is heel mooi. Samen kunnen kijken hoe dat bij hun past.

Waarin we ook een stuk troost kunnen bieden en een basis kunnen leggen waarmee zij weer verder kunnen. Dat vind ik heel mooi.

[vraag] Dus daar ontwikkel je gewoon echt een band mee?

[antwoord] Ja. Een stukje oplopen op hun pad, op het meest moeilijke moment van iemands leven.

[vraag] Ik kan me voorstellen dat je dan van steun kunt zijn. Niet alleen van waarde in je handelen, maar je biedt ook echt emotionele steun zo te horen.

[antwoord] Ja, uiteindelijk gaat het daar om. Kijk, die handeling die is mooi en die is nodig. Maar uiteindelijk gaat het om de cliënt die daar zit. Over de gezinssituatie en wat die cliënt nodig heeft om de dingen te kunnen doen die belangrijk zijn in zijn of haar leven.

Er zijn natuurlijk legio voorbeelden. Ik vind ieder verhaal wel heel mooi. Ik ben nu bezig - en dat is best wel een uitdaging en ook wel eentje om mijn tanden in te zetten - met een cliënt met een overbelaste mantelzorger.

Mantelzorgers, niet meer weg te denken

[vraag] Wat vrij veel voorkomt kan ik me voorstellen tegenwoordig?

[antwoord] Ja, dat zien we ontzettend veel! En hier is het echt zoeken. De mantelzorger kan niet zomaar weg, kan de cliënt ook niet zomaar alleen laten. Het is belangrijk voor de cliënt dat die thuis kan blijven wonen. We kijken dan samen wat er nodig is zodat die mantelzorger het volhoudt.

Maar ook wat past bij hen. Samen met cliënt en mantelzorger zijn we aan het kijken wat er wel kan. Daarin kijken we met ons wijkondersteuningscentrum naar waar er nog mogelijkheden liggen. 

Dan kijken we vervolgens met de zorgverzekeraar, met het zorgkantoor, wat er allemaal nog mogelijk is. Daarbij is het dus echt heel erg buiten mijn eigen wijk kijken, buiten mijn eigen netwerk. Pionieren en daarin de afstemming met iedereen zoeken. Dat lijkt in dit geval te gaan lukken op een manier die bij mijn cliënt past. Dat zijn wel dingen waar ik blij van word.

[vraag] Krijg je de waardering dan ook terug van de cliënt?

[antwoord] Toen ik met het idee kwam zoals ik het voor me zag, zag ik dat mijn cliënt daar blij van werd en de mantelzorger kwam mij later nog achterna om te vertellen dat, als dat inderdaad zou kunnen - wat ik wilde uitzoeken - dat dat haar heel veel lucht zou geven. Alleen al het idee dat er ergens ruimte kwam op een manier die ook bij hun paste.

De beste zorg voor iedere cliënt 

[vraag] Ik snap dat je daar dan ook extra energie van krijgt en nog harder je best gaat doen om dat voor elkaar te krijgen.

[antwoord] Jazeker. En als ik kijk binnen ZZG zijn er zoveel mogelijkheden. We hebben zo'n groot gebied en ieder dorp, iedere wijk heeft gewoon zijn eigen identiteit en zijn eigen problematiek, dus ook daarin is gewoon eigenlijk voor ieder wat wils.

Dat zijn wel echt de mooie dingen van ons vak, vind ik. Ook echt in die wijk kijken bij iedereen 'Wat is er nodig, wat is belangrijk voor u?' En soms zelfs het onmogelijke voor elkaar krijgen. Ja, dat is leuk!